Waar aarde en hemel elkaar kussen

Ik sta op het punt om iets aan jullie te bekennen, wat ongemakkelijk voor mij voelt. Ik ben bang dat mensen die dit lezen mij een beetje vreemd zullen vinden. Maar ik doe het toch, omdat het over iets gaat wat mij soms helpt – waardoor ik me opgelucht en begrepen kan voelen. Begrepen door mijzelf dan.
Ik wandel graag, als het even kan iedere dag en vaak wandel ik alleen. Het liefst op plaatsen waar weinig mensen zijn. Maar dat is niet waarvoor ik mij schaam, dus nog niet mijn bekentenis.
Op sommige dagen, of in sommige periodes voel ik mij gefrustreerd. Omdat dingen tegen zaten, of omdat ik me overvraagd voel of onrechtvaardig behandeld. Of gewoon omdat dingen uit het verleden opspelen. Dan praat ik daarover. Soms in felle bewoordingen met gebaren erbij. Ik uit mijn frustraties, ik laat de woorden stromen zonder er goed bij na te denken, ik flap er ongecensureerd alles uit. Maar, en dat is wat ik gênant vind, ik praat tegen mijzelf. Er is niemand bij. Soms denk ik: als mensen mij zo zien lopen denken ze dat er een steekje los is bij mij – misschien is dat ook wel zo. Ik kijk zorgvuldig om mij heen of niemand het ziet. Maar ik ga er toch mee door, het moet er uit!
Vaak voel ik me na afloop opgelucht, meer tot rust gekomen. Niet altijd meteen, en soms moet ik de volgende dag weer wandelen en praten voordat alle frustratie eruit is. Soms praat ik iedere dag op die manier, want ik voel dat het mij helpt.
Ik kwam laatst een boekje tegen met als titel: Where Earth and Heaven Kiss; A Guide to Rabbi Nachmans Path of Meditation. Daarin wordt uitgelegd dat Rabbi Nachmann aanbeveelt om dagelijks, bij voorkeur buiten in het veld terwijl je alleen bent, hardop met God te praten en in gewone dagelijkse taal je hart uit te storten, alles uitspreken wat er in je leeft. Deze vorm van meditatie wordt Hitbodedut genoemd.
In het voorwoord staat: aarde en de hemel zijn respectievelijk het lichaam en de ziel. Waar - en wanneer - zij elkaar kussen is de innerlijke vrede, harmonie en rust die ieder van ons zoekt.
Dat spreekt mij aan. En het sluit ook aan op wat ik ervaar als ik mijzelf op die manier heb kunnen uiten. Nu probeer ik mijn praten tijdens het wandelen meer te zien en te bleven als zo’n soort meditatie in het besef dat het goed is voor mijn welzijn – en uiteindelijk ook voor het welzijn van de mensen om mij heen.
Dus als je mij een keer pratend voorbij ziet lopen, terwijl ik blijkbaar denk dat niemand mij ziet, denk dan maar: hij loopt weer eens te mediteren.