In Verbindend communiceren is empathie een belangrijk begrip, maar wat is empathie eigenlijk en waarin verschilt het van sympathie en compassie?
Mensen vinden empathie blijkbaar belangrijk of interessant want je kunt er veel informatie over vinden via Google. Sommige wetenschappers vragen zich echter af of empathie wel echt bestaat, of empathie uniek is voor mensen of dat het ook bij dieren voorkomt – ze vragen zich af hoe je kunt 'bewijzen' dat er sprake is van empathie.

Er zijn boeken over empathie geschreven, er zijn Youtube-filmpjes over en er zijn TED-talks over gehouden door inspirerende sprekers, bijvoorbeeld:

En dan nu ook nog deze uitgebreide blog...

Binnen Verbinden communiceren proberen we aan te voelen wat er in andere mensen omgaat en geven dat terug in onze eigen woorden. Meestal doen we dat in de vorm van vragen waaruit we laten blijken wat we begrepen hebben. We doen het ook met een open en accepterende houding, waarbij we tegelijkertijd openstaan voor eventuele correcties of aanvullingen van de ander. Onze houding is niet gericht op ‘het goed willen raden’, maar op nieuwsgierig zijn en het (nog) beter willen begrijpen.

De vragen die we daarbij stellen kunnen betrekking hebben op:

  1. Wat de ander waarneemt: “Reageer je op .. .?”
  2. Hoe de ander zich voelt en de behoeften achter die gevoelens: “Voel jij je .. omdat je … wilt?”
  3. Wat de ander verzoekt: “Wil je …. ?”

Als we elkaar op die manier (op dat niveau) begrijpen, dan ontstaan gevoelens van (h)erkenning, verbinding, en begrip, kortom: we ervaren empathie.

Als je dit zo leest zou je kunnen denken dat empathie een rationeel begrijpen is. Maar dat is te kort door de bocht, want empathie is meer dan dat, het gaat om meer dan alleen een intellectuele operatie.

Alexander Lowen, de grondlegger van Bio-energetica, zei: “voor mij betekent empathie voelen van onderaf. Doordringen tot in de wortels van een situatie en het aanvoelen van de krachten die gevoelens en gedrag vormen en beïnvloeden.” ‘Van onderaf’ wijst hier op een lichamelijke betrokkenheid, het 'in je lichaam voelen wat er speelt’ – het lichaam is betrokken.

Dit sluit ook aan bij de wetenschappelijke visie op empathie waarover bijvoorbeeld Frans de Waal schrijft: “We beginnen te beseffen hoezeer de cognitie bij mens en dier via het lichaam verloopt. In plaats van dat het brein een computertje is dat het lichaam bestuurt, loopt er tweerichtingsverkeer tussen lichaam en brein. Het lichaam brengt innerlijke gewaarwordingen voort en communiceert met andere lichamen, en daaruit bouwen we sociale betrekkingen en een beoordeling van de ons omringende werkelijkheid op. Het lichaam mengt zich in alles wat we waarnemen of denken.”

De Waal benadrukt de lichamelijke basis van empathie: In de evolutie begon empathie bij lichamelijke synchronisatie; we gaan rennen als anderen rennen, gaan lachen als anderen lachen, huilen als anderen huilen en geeuwen als anderen geeuwen.

Deze lichamelijke synchronisatie verloopt automatisch en we hebben er maar beperkte controle over. Hij vergelijkt empathie met het bekende Russisch poppetje, met diep binnenin de neiging om de emotionele toestand van een ander over te nemen. Rond deze kern heeft de evolutie steeds verder verfijnde vermogens opgebouwd, zoals het kunnen meevoelen met anderen en het kunnen overnemen van hun gezichtspunt.”Russisch poppetje

Voorwaarde voor empathie is dat wij ons met de ander kunnen identificeren. En dat kunnen wij gemakkelijker met mensen waarmee we overeenkomsten zien met onszelf. Als we mensen als ‘anders’, ‘bedreigend’ of ‘onmenselijk’ ervaren is het moeilijk, misschien zelfs onmogelijk, om empathie met hen te ervaren. Empathie is het maken van verbinding op alle niveaus en vraagt een open, accepterende houding voor de mens die ons tegemoet treedt.

Empathie, sympathie en compassie
Wij benadrukken regelmatig dat empathie iets anders is dan sympathie:

Empathie richt zich op verbinding, synchronisatie, begrijpen, meevoelen en ‘aanwezig zijn’.

Sympathie wordt door de Amerikaanse psychologe Lauren Wispé als tweeledig gedefinieerd:

  • Ten eerste is er een verhoogd bewustzijn van de gevoelens van de ander, en
  • ten tweede een drang om elke vorm van actie te ondernemen die nodig is om de toestand van de ander te verlichten.

Die drang tot handelen kan zo groot zijn dat we meteen iets gaan doen vanuit onze eigen behoefte om het lijden zo snel mogelijk te verlichten of weg te nemen. Bijvoorbeeld: adviseren, beleren, (ver)oordelen, afbreken, ondervragen, corrigeren, troosten, onze eigen ervaringen vertellen enz. Het risico daarvan is dat we handelen met onszelf voor ogen, wat de empathische verbinding juist in de weg staat en tot verwijdering en onbegrip kan leiden.

Met compassie handelen zou je dan kunnen definiëren als handelen met de ander voor ogen. Compassie vraagt eerst om empathie zodat je vanuit die empathische verbinding passend kunt handelen.

Woorden bestaan vanwege hun betekenis, en als je de betekenis begrepen hebt, dan kun je de woorden vergeten (Zhuangzi). Empathie, sympathie, compassie, het zijn de woorden die ik gebruik, ik hoop dat ik iets van (hun) betekenis heb kunnen overbrengen.